Vrijdagmorgen kunt u op Jalta lezen over het lot van de verkrachte en vergeten vrouwen van Freudenstadt, het stadje in het Zwarte Woud dat precies 70 jaar geleden door Franse en Noord-Afrikaanse troepen werd ingenomen.
Op de redactievergadering in Casablanca sloeg het voorstel in als een bom. Mijn collega’s keken mij niet-begrijpend aan: “Je bedoelt dat er oorlogsmisdaden tegen Marokkanen zijn gepleegd?” vroeg een redacteur. Om hem heen werd instemmend geknikt, dat moest het zijn. “Nee,” antwoordde ik, “door Marokkaanse soldaten, in Franse dienst.” Stilte. “Verkrachtingen vooral,” voegde ik eraan toe.
Het was nieuws voor mijn collega’s van opinieweekblad Telquel, een pagina uit de glorieuze geschiedenis van hun land die hen op school om voor de hand liggende redenen nooit was voorgelezen. Ook bij mij was het fenomeen relatief onbekend. Ik wist van de terreur van de Regulares, Marokkaanse troepen die tijdens de Spaanse Burgeroorlog aan de zijde van de fascistische opstandeling Franco hadden gevochten. En ik had wel eens gehoord dat Noord-Afrikaanse troepen zich in Italië hadden misdragen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar dat het zo erg was dat in het Italiaans ‘Marocchinate’ synoniem voor groepsverkrachting was, hoorde ik pas van een Franse NGO-werker in Marrakech. “Schrijf daar eens een artikel over,” had zij gezegd. Om eraan toe te voegen: “als ze je laten.”
De slachtoffers waren tienermeisjes, bejaarde grootmoeders en alles daartussenin. Velen werden door groepen soldaten verkracht, er is een geval bekend waarin een vrouw in één nacht 128 maal werd misbruikt.
Zij lieten mij. Hoofdredacteur Ahmed Benchemsi was zelfs bereid mij ervoor vanuit Casablanca naar Duitsland te sturen, want na enig speurwerk bleek dat de plaats te zijn om op onderzoek uit te gaan. Dus zat ik in de nazomer van 2006 opeens in een door het Zwarte Woud slingerende trein. Op weg naar het in deze context nogal ironisch genaamde Freudenstadt, de plaats waar in 1945 Noord-Afrikaanse troepen onder Frans bevel als beesten hadden huisgehouden. Ik dook het stadsarchief in, interviewde nabestaanden en deed wat een journalist hoort te doen: onderzoek.

Een Marokkaanse soldaat in Franse dienst slijpt zijn bajonet (Sicilië, 1944)
De resultaten ervan legde ik bij terugkeer in Casablanca voor aan Benchemsi. In de hel van Freudenstadt verkrachtten (vooral) Marokkaanse soldaten dagenlang meer dan duizend vrouwen (het stadje had in 1945 iets meer 10.000 inwoners). De slachtoffers waren tienermeisjes, bejaarde oma’s en alles ertussenin. Velen werden door groepen soldaten verkracht, er is een geval bekend waarin een vrouw in één nacht 128 maal werd misbruikt. Ongeveer 10 procent raakte zwanger, de overgrote meerderheid liet abortus plegen. Bovendien bleek Freudenstadt geen incident, in verschillende dorpen in Italië hadden Noord-Afrikaanse militairen zich aan vergelijkbare gruwelijkheden schuldig gemaakt.
Nadat hij mijn verslag had aangehoord, schudde mijn hoofdredacteur het hoofd en feliciteerde hij mij met het geleverde werk: “Maar we gaan het niet afdrukken.” Ik keek hem verbaasd aan, waarom had hij dan een aanslag gepleegd op het bescheiden Telquel-budget en mij naar Duitsland gestuurd? Benchemsi vertelde dat hij had gehoopt dat het om incidentele oorlogsmisdaden ging, dan had hij er wel iets van kunnen maken. Maar georganiseerde verkrachtingen op zo’n grote schaal, nee, dat was te riskant.
“Er is altijd wel iemand in het (koninklijk) paleis in Rabat die het voor ons opneemt, maar als we dit plaatsen, zal niemand er voor ons zijn handen aan willen branden,” legde de hoofdredacteur uit. “De soldaten, korporaals en sergeanten die toen in het Franse leger dienden, zijn later de kolonels en generaals van het Marokkaanse leger geworden. En al zijn zij allang met pensioen of dood, het leger zal deze smet op zijn blazoen nooit accepteren.” Benchemsi loog niet, in Marokko bestaat een aantal taboes, overtreding waarvan het einde kan betekenen voor een krant, tijdschrift of website: islam, de koning, het leger en de bezetting van de Westelijke Sahara.
Dus haalde de verkrachting van Freudenstadt, ruim 60 jaar na dato, de Marokkaanse media niet. Het heeft uiteindelijk Ahmed Benchemsi niet gered: een jaar later, in 2007, werd hij gearresteerd en twee dagen lang ondervraagd na een column die hij over koning Mohammed VI had geschreven. In 2009 werd Telquel uit de handel genomen en de gehele oplage vernietigd na een artikel waarin cijfers over de populariteit van de koning stonden (al waren deze uiterst positief voor de monarch!). Inmiddels was Ahmed zo omstreden dat hij besloot Telquel te redden door het hoofdredacteurschap op te geven en Marokko te verlaten.
Omdat ik de heikele situatie van de vrije pers in Marokko kende, kon ik leven met Benchemsi’s beslissing mijn informatie over de massaverkrachtingen door Noord-Afrikaanse troepen in Italië en Duitsland niet te gebruiken. In de loop der jaren dacht ik nog wel eens aan het verhaal, bijvoorbeeld toen ik de film ‘Indigènes’ zag, waarin de oorlogsmisdaden waarover ik had geschreven angstvallig werden vermeden (iets waarvoor nu ‘American Sniper’ terecht onder vuur ligt, maar waarover ik toen niemand hoorde). En opnieuw toen ik las dat vorig jaar op 4 mei tijdens de Dodenherdenking in Utrecht de Marokkaanse vlag naast de Nederlandse halfstok hing.
Over drie weken vieren wij voor de 70e keer het einde van de Oorlog. Daarbij eren wij de bevrijders en herdenken wij de slachtoffers. Wat mij betreft alle slachtoffers, ongeacht hun nationaliteit of die van de daders.
Er hebben geen Marokkaanse troepen deelgenomen aan de bevrijding van Nederland, wel hebben zij een niet onbelangrijke rol gespeeld bij het verslaan van de nazi’s in Europa. Naar schatting 77.000 van hen hebben onder Frans bevel tegen de Duitsers gevochten, waarbij er zo’n 8.000 zijn omgekomen. Het is een bijdrage die wij moeten herinneren en waarvoor wij hen die deze offers brachten, moeten eren. Maar we leven niet meer in de jaren 50, de tijd van blinde heldenverering is voorbij. Je kunt alleen oprecht de rol van de Marokkaanse soldaat in de Tweede Wereldoorlog bewonderen wanneer je ook de schaduwkant van zijn optreden onder de loep neemt. 70 jaar na dato zwijgen wij niet langer over oorlogsmisdaden aan geallieerde zijde.
Dus kunt u vrijdagmorgen op deze site lezen over de verkrachte en vergeten vrouwen van Freudenstadt. Hun verhaal heeft de (zelf)censuur in Marokko niet overleefd, maar soms krijgen verhalen een tweede kans. Vrijdag is het precies 70 jaar geleden dat de Franse en Noord-Afrikaanse troepen het stadje in het Zwarte Woud innamen. Drie weken later vieren wij voor de 70e keer het einde van de Oorlog. Daarbij eren wij de bevrijders en herdenken wij de slachtoffers. Wat mij betreft alle slachtoffers, ongeacht hun nationaliteit of die van de daders.
Er is zelfs een film van gemaakt: La ciociara met Sophia Loren.
Daar is de banner boven het artikel een still uit (Sophia Loren).
Nogal een oorlogsmisdaad, van de Russen kon ik het nog wel een beetje begrijpen, die hadden reden voor wraak, maar die waren ook al beestachtig in de weer.
dank. Voor mij volkomen nieuw. Weer wat geleerd!
La ciociara, een film met Sophia Loren gaat hier ook over.Er is in Nederland met subsidie volksbedrog gepleegd over de bijdrage van Marokkanen in WOII . Alles voor de lieve vrede. Alleen fascistoïde dictaturen maken leugenachtige lesboeken. In Nederland deed men dit dus ook.Zag pas net dat dit al was gezegd. In Zeeland wordt men gek van al die Marokkanen rond 5 mei.
Goed stuk.
Nu nog een artikel over de Rhine Meadow Camps en de rol van Dwight Eisenhower.
https://www.youtube.com/watch?v=hbp61fOVFaE
http://en.wikipedia.org/wiki/Rheinwiesenlager
Volgens de MSM vlak na de oorlog kwamen er 1 op de 10.000 om, in de Rhine Meadow Camps.
Sinds kort, met dank aan internet, weten we dat de gevangenen in de Rhine Meadow Camps, niet onder het verdrag van geneve mocht vallen. De meeste gevangenen hadden geen tent, en probeerden een onderkomen te graven in de grond.
Velen stierven aan ziektes als dysenterie.
Tegenwoordig gaat men er vanuit dat er vele tienduizenden zijn gestorven in de onnodige rhine meadow camps. Deze werden opgeteld bij het aantal omgekomen soldaten in Rusland.
Andere schattingen komen uit op meer dan 1 miljoen. Eisenhower schreef aan zijn vrouw dat hij Duitsers haatte. Omdat hij zo een grote rol gehad heeft in de oprichting van deze kampen, worden ze ook wel de Eisenhower death camps genoemd.
De overleden Duitsers werden niet overgedragen aan het rode kruis.
Beste Harry, de schattingen van serieuze historici komen zelden boven de 10.000 uit. Al is dit erg veel en kan het als een oorlogsmisdaad worden beschouwd, is het in geen enkel opzicht vergelijkbaar met hoe bijvoorbeeld de Duitsers hun Russische en de Russen hun Duitse krijgsgevangenen behandelden.
Het getal van 1 miljoen wordt uitsluitend door (de niet-historicus) James Bacque genoemd en is volslagen uit de lucht gegrepen. Het enige waarvoor we Bacque mogen danken is dat hij met zijn claims een controverse heeft geschapen, waardoor voor velen de Rheinwiesenlager voor het eerst bekend werden.
@Bart Schut
Hoe de Duitsers omgingen met gevangenen is hier niet relevant, bovendien ben ik daar zeer goed van op de hoogte uit de eerste hand. Dat was niet best, ik denk aan het kamp concentratiekamp Rees, waar Nederlanders onder vergelijkbare omstandigheden vastzaten, en bovendien zwaar werk moesten verrichten (loopgraven maken), lees: ‘De hel van Rees’. Mijn familie was ook slachtoffer. Met name aan het eind van de oorlog stierven mensen massaal in kampen, doordat de geallieerden o.a. de infrastructuur vernietigde (miljoenen tonnen aan bommen) en voedsel schaars werd. Zo kwam slechts 7,5% van de gedeporteerde Puttenaren terug uit de kampen, de rest overleed aan infectieziektes zoals tyfus of dysenterie aan het eind van de oorlog in de concentratiekampen.
Historici moeten ook kijken naar misdaden begaan onder de overwinnaars. Er wordt wel eens gezegd: Historici van de overwinnaars schrijven de geschiedenis.
Gelukkig dat geschiedenis zich herhaalt, want vroeg of laat staan er altijd revisionisten op die de zaak weer in evenwicht brengen.
Ik raad u aan de you tube te bekijken in mijn voorgaande posting. U zult er geen spijt van krijgen. Dan zult u zien dat alles goed gedocumenteerd is, en wat nog veel belangrijker is, de Duitsers hebben op tijd de getuigenverhalen geconserveerd.
Wellicht is dit een interessant onderwerp voor u ?
Wat uit die documenten blijkt is
– De Duitse gevangenen werden behandeld als misdadigers, en vielen niet onder de regels van Geneve
– SS’ers werden geslagen, sommigen vermoord
– Slechts een kleine minderheid had tenten, de rest sliep gewoon in de open lucht, of ingegraven in een kuil, gemaakt middels een mok of iets degelijks
– De sterfte statistieken werden niet overgedragen aan het rode kruis.
Er is erg veel discussie over hoeveel er stierven in de kampen. Er zijn getallen bekend van vele tienduizenden, niemand die het weet.
Hier een getuigenverklaring, een van de velen:
Wolfgang Iff, who was imprisoned at Rheinberg and still lives in Germany, reports that, in his subsection of perhaps 10,000 prisoners, thirty to fifty bodies were dragged out every day. A member of the burial work party, Iff says he helped haul the dead from his cage out to the gate of the camp, where the bodies were carried by wheel barrow to several big steel garages. there Iff and his team stripped the corpses of clothing, snapped off half of their aluminium dog tag, spread the bodies in layers of fifteen to twenty, with ten shovelfuls of quicklime over each layer till they were stacked a metre high, placed the personal efefcts in a bag for the Americans, then left. Some of the corpses were dead of gangrene following frostbite. (It was an unusually wet, cold spring.) A dozen or more others had grown too weak to cling to the log flung across the ditch for a latrine, and had fallen off and drowned.
http://www.whale.to/b/bacque1.html
@Harry
Met alle respect voor andere oorlogsmisdaden, maar van Duitsers en hun cultuur heb ik maar beperkt last (ze steunen de EU en ECB wel héél erg, en dat door een stelletje uit de ex-DDR, maar goed, zei ik wat?). Die gasten van 10-over-rood liggen te juichen in hun graf. En als ze nog leven hoor je ze denken: zíé je nou wel, die mensen déúgen!
Om de vaak beestachtige omgang, zoals ik die dan ervaar als ik het meemaakte, van sommige groepen in Nederland met bijvoorbeeld vrouwen een context te geven, is het verhaal wél interessant. Vaak hoor je dat het vooral Berbers zijn, die zich misdragen, maar ik vraag me af of dat voor dat regiment ook gold. Mijn ervaring is dat de associatie wél met de kijk op vrouwen maar niet perse met ‘Berber’ te maken heeft.
Als je ‘Papillon’ leest, dan realiseer je je wel dat in de periode vóór de tweede wereldoorlog er sowieso beestachtig met gevangen werd omgegaan. We zijn gewend dat alleen de Duitsers in de schoenen te schuiven. Maar nogmaals, daar gaat het nu niet om.
Massale verkrachtingen en zeker ook groepsverkrachtingen associeer ik meer met bepaalde andere culturen. En daar wil ik wel even precies van weten hoe dat te duiden.
Het straalt wel slecht af op de ‘Marokkanen’, maar Pechtold heeft vast een paar opbeurende relativerende woorden klaar. En had ik al gezegd dat dit schaamteloze respectloze gedrag niets met het nieuwe geloof te maken heeft? Om dat de Russen het óók deden. Is geen logica, maar kniesoor die daarop let, toch? Of zou er een verband zijn, iets met respect voor vrouwen? Ik zeg maar wat geks!!
Ik las zonet dat er in Belgie per dag naar voorzichtige schatting 86 vrouwen worden verkracht.
Ook hier hebben de Marokkanen een flink aandeel en blijven veelal ongestraft: 44% van de gevallen
die de rechtbank halen, worden geseponeerd.
We hoeven dus niet alleen (terecht) oude koeien uit de gracht te halen.
De Goumiers waren Marokkaanse troepen die deel uitmaakten van het Frans Koloniale leger. In mei 1944 werden deze eenheden als hulptroepen ingezet tegen de Duitse troepen tijdens de slag om Monte Cassino. Op 18 mei 1944 werd door de Geallieerden een doorbraak geforceerd bij Monte Cassino. Die nacht zwermden duizenden Goumiers en andere koloniale troepen uit over de omringende heuvels. Moordend en verkrachtend trokken de soldaten van dorp naar dorp. Mannen die hun dochters en vrouwen probeerden te verdedigen werden ter plaatse doodgeschoten. Meer dan 2000 vrouwen in de leeftijd van 11 tot 86 werden vaak meermalen verkracht.
Vandaag de dag staat in Castro dei Volsci het monument “Mamma Ciociara” ter nagedachtenis aan deze oorlogsmisdaad. In 1960 ontving Sophia Loren een Oscar voor haar rol in de film “La Ciociara” die is gebaseerd op deze gebeurtenissen.
Dit is al lang bekend, ik vertelde dit verhaal al 20 jaar geleden aan mijn dochters toen het nog niet zo duidelijk was in Nederland hoe moslims naar westerse vrouwen kijken. Voor moslims waren die verkrachtingen geen zonde, het betrof immers niet-moslim vrouwen, en die zijn zo ongeveer gelijk aan honden.
Wie is de ‘ik’ uit dit verhaal? Ik dacht eerst dat het Bart Schut was, maar snap dat hij als Nederlander niet op een redactievergadering in Casablanca is geweest. (Of was hij dat als niet-Marokkaan juist wel? Het staat er niet. Heel verwarrend allemaal. ) Verder begrijp ik niet waarom deze kwestie ons in Nederland bijzonder zou moeten interesseren.Vanwege de censuur in Marokko? Het had me verbaasd als die er niet was, maar dat is een eigentijdse kwestie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er zeker bij de opmars van winnende troepen heel veel vrouwen verkracht, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, wat in oorlogsomstandigheden ook zo is. Het lijkt me ook dat deze kwestie heel erg uit de historische context wordt gehaald. Elke oorlog produceert zijn eigen gruwelen, het lag in 1945 niet erg voor de hand dat veroverde Duitse stadjes op clementie konden rekenen.
Over alle misdaden over en weer tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog zullen we het maar niet hebben. Alweer meer dan een halve eeuw geleden. Maar korter geleden dan Freudenstadt in het Zwarte Woud.
De geschiedenis kent heel veel vergeten mannen en vrouwen.En bij herdenkingen, zeker die van WO II, telt natuurlijk wel degelijk de nationaliteit van de de slachtoffers én de daders (in dit geval Marokkanen…). Een tikje schijnheilig om dan alle slachtoffers te willen herdenken.
Het is voor mij overduidelijk dat er geen Marokkaanse vlag hoort te wapperen als de bevrijding van Nederland wordt gevierd.
Zijn er nog slachtoffers van de verkrachtingen in leven – ‘overlevenden’ – of hun nabestaanden, en hoe zijn zij er nu aan toe?
Beste Bart, ik heb je verhaal achter elkaar gelezen. Ik vind het een meer dan uitstekend artikel. Goed, meer dan goed gedocumenteerd ook. Ik wil het graag verspreiden. Wat denk je, zou er een uitgever te vinden zijn die jouw artikel zou willen uitgeven als boek(je)? Dank je wel…..
Kaatje
Dank je wel! Ik neem aan dat je het artikel van vanmorgen bedoelt? Ik heb geen idee, zit niet zo in dat wereldje…